Amir Pool de eerste vrijwilliger van SDVN

In het jubileumjaar kijken we terug op 15 jaar Stichting De Vrolijke Noot. Deze keer praten we met de allereerste vrijwilliger van de stichting: Amir Pool. Hij is nu 77 en nog zo actief als een adolescent. Met pensioen? Ja, maar nog steeds een lespraktijk aan huis. En vrijwilliger was hij altijd al voor zijn vrouw Marja en zijn dochters Mariska en Micaela. Welk pad heeft hij bewandeld? En wat is de rol van muziek in zijn leven?

Amir met zijn moeder, 1955

“Als jongste van het gezin werd ik richting piano geduwd. Ik werd vijf jaar en kreeg als cadeautje pianoles bij een voor mijn ouders bekende piano juf. De A was een Aap en de B was een Bakker… Zo heb ik de notennamen geleerd. Alle kinderen in het gezin speelden piano. De een ging de jazzrichting uit, de ander de klassieke richting en er moest een instrument bijkomen. Toen ik acht jaar werd kreeg ik vioolles. Het was niet een echt eigen keuze. Mijn ouders vonden het een mooi instrument en dat is wel iets voor hun jongste zoon. Je moet niet vergeten dat het direct na de Tweede Wereldoorlog was. Toen mijn moeder ondergedoken zat ben ik geboren. Die oorlog heeft een grote invloed gehad op het gezin. Vanaf mei 1945 kantelde het leven in het gezin Pool. Dat moest weer opgebouwd worden. Het was ‘ontwaken in een nieuwe wereld’. Ik kreeg les van een gepensioneerde orkestvioliste, die heeft ontdekt dat ik een absoluut gehoor heb; Dat heeft me in mijn latere studie enorm geholpen.”

“Als ik iets meer wiskundige aanleg had gehad, dan was ik medicijnen gaan studeren om kinderarts te worden, maar de wiskundige kant was niet aan mij meegegeven, de artistieke kant wel. Toen ben ik op 1 oktober 1963 naar het conservatorium gegaan en heb daar een jaar vooropleiding viool gestudeerd. Voor het vak solfège werden we in regionale groepen ingedeeld om thuis te oefenen. Ik woonde in Bloemendaal en werd in een groep gestopt met een meisje uit Haarlem, Marja Jacobs. Op 31 oktober 1963 werden Marja en Amir een verliefd paar. Ik was zo verliefd dat ik nauwelijks studeerde.”

Het tentamen in mei 1964 verliep dan ook desastreus. Amir kreeg te horen dat hij zijn viool kon inpakken en het conservatorium verlaten om nooit meer terug te keren. Vervolgens ging hij zijn dienstplicht vervullen. Hij kwam in Kampen terecht in de opleiding ‘Schrijver’.  Later werd hij overgeplaatst naar de Ripperda Kazerne in Haarlem waar hij als muzikant werd ingezet om een belangrijke receptie met pianomuziek op te luisteren. Drie uur spelen in aanwezigheid van Prins Bernhard. Daar werd hij ook in de gelegenheid gesteld om snel de dienst te verlaten op voorwaarde dat hij een inschrijfbewijs voor het conservatorium kon overleggen. Met enige dwang is dat gelukt en kon hij op 1 oktober 1965 zijn studie (vooropleiding viool) serieus ter hand nemen. “Ik studeerde acht uur per dag, zeven dagen in de week. Op 3 mei 1966 zijn Marja en ik getrouwd, Mariska was al op komst. Het toelatingsexamen was gepland op 2 september 1966, precies de periode waarin Mariska geboren zou worden.”

Het toelatingsexamen verliep heel succesvol en Amir is toegelaten. De dag erna is Mariska geboren.

Amir met Mariska, 1968

Behalve viool heeft Amir ook piano gestudeerd en later kwam daar nog AMV/Schoolmuziek bij. Na zijn studie kreeg hij direct een vaste aanstelling op een middelbare school. Toen werd het tijd om een eigen woning te zoeken. Dat werd een appartement in Schalkwijk, waar de zangstudie van Marja niet op prijs werd gesteld. “Als Marja haar mond open deed, werd er direct op de verwarming getikt”. In 1975 konden ze het huis huren aan de Wagnerkade. In 1994 is dat tot een koop gekomen en ze wonen er nu 47 jaar.

Naast zijn baan als leraar muziek op de middelbare school en zijn privé lespraktijk was Amir AMV-docent op de muziekschool in Beverwijk. Toen het aantal leerlingen op de muziekschool terugliep dreigde er ontslag voor een jongere collega, die net een gezin aan het stichten was en een huis had gekocht. Amir heeft toen een stap opzij gedaan en ontslag genomen. Hij had tenslotte een volle baan in het onderwijs en een privépraktijk aan huis. “Ik werkte bijna 60 uur per week. Niemand hoeft mij te vertellen wat hard werken betekent. Met Marja concerten geven, thuis lesgeven, viool studeren, piano studeren, de lessen voorbereiden voor het VO. Cultuur opzetten op de school voor MAVO/HAVO/VWO: schoolorkest, schoolkoor, poporkest, jazzkoor, jazzorkest… Elk seizoen een culturele week.”

Samen met Marja organiseerde Amir huisconcerten met de leerlingen uit hun privépraktijk. Dat ging er officieel aan toe. De dames in het lang, de heren in smoking. Dat waren leuke en bijzondere bijeenkomsten.

Amir met Marja, 1968

Stichting De Vrolijke Noot
Mariska en haar zus Micaela kwamen al vroeg in contact met mensen met een handicap. De moeder van Marja kreeg op 40-jarige leeftijd Parkinson. Een broer van Amir was psychotisch en vaak gedwongen opgenomen. Bij een bezoek aan deze oom gingen de kinderen gewoon mee. Daarnaast gingen Mariska met haar harp en Micaela met de cello naar zomerkampen van De Vereniging Huismuziek waar ook kinderen met een lichamelijke handicap musiceerden. Op allerlei fronten leerden Mariska en Micaela dus ook die wereld kennen. In 2006 is Stichting De Vrolijke Noot in het leven geroepen om te formaliseren wat Mariska met haar harp al deed voor gehandicapten. Amir was hier direct bij betrokken en dus de allereerste vrijwilliger van de stichting.  Hij was al jaren gewend om met harpen te sjouwen, zoals bijvoorbeeld in de Westerkerk; een harp van 42 kilo via een wenteltrapje. Ook als chauffeur voor Marja en dochters stond Amir klaar. Hij was altijd al vrijwilliger voor de activiteiten van het gezin. Zo maakte hij van alles mee. Toen Mariska op Paleis Het Loo moest spelen en door een blessure niet zelf kon rijden heeft Amir haar gebracht en kreeg daar de gelegenheid om tijdens het concert zijn eigen werk te doen in de werkkamer aan het bureau van Wilhelmina. Deze familie-activiteiten vloeiden soepel over in het vrijwilligerswerk voor SDVN.

Amir met zijn vader, 1968

Vakbondsman
Voor Amir is het hele leven muziek. Maar er kwamen activiteiten op zijn pad die feitelijk niet om muziek draaiden. Zo werd hij bestuurder bij de VLS (Vereniging Leraren Schoolmuziek). Deze bond bestond net een jaar en Amir moest dan maar de portefeuille rechtspositie trekken. Hij had daar nog nooit iets over gehoord, maar zo rolde het verder. Pensioenfonds cultuur, waarvoor een strenge toetsing was. “Ik werd volledig gescreend, iets dat ik als viool- en muziekdocent nooit dacht te zullen meemaken”. Het bureau arbeidsvoorziening, met bezoeken aan gemeentes en het ministerie. “Ik heb heel veel ervaring opgedaan in deze tak van sport. Ik studeerde nog 1 uur per dag viool en 1 uur piano om de techniek bij te houden. Verder was het 100 uur per week werken voor de vakbond. Ik had twee weken zomervakantie, Kerst vrij, Pasen vrij.”

“Ik vertegenwoordigde leden die in VO-scholen werkten, in kunstinstellingen en in ROC ’s. Maar ik kwam ook in gevangenissen, want jongeren die delinquent werden deden daar gewoon hun schoolopleiding. Die kregen dus ook muziekles. En de gevangenis had zijn eigen CAO, dus ik moest ook die CAO kennen om de belangen van de leden die daar werkten te behartigen. Ik had 43 Cao’s onder mijn beheer.”

Hoe kon Amir naast al die taaie kost de muziek nog levend houden?

“We gingen regelmatig naar concerten. En in de auto luisterde ik naar muziek. Op weg naar Culemborg voor een vergadering raakte ik een keer zo in vervoering door een vioolconcert van Elgar door Gidon Kremer, dat ik pas weer wakker werd bij Den Bosch.”

Amir kwam natuurlijk te laat op de vergadering. In 2010 ging hij met pensioen en in 2011 nam hij afscheid van de VLS, waar hij als ‘vreemde eend in de bijt’ werd gezien. Hij was heel goed in zijn werk, maar ‘hij had afwijkingen’. Het incident dat hij te laat op de vergadering kwam illustreerde dat.

Het afscheid van het pensioenfonds heeft Amir naar zijn hand gezet. Niet standaard een dinertje, een toespraak van de voorzitter en een mooi boek. Het werd een recital door Amir en Marja in hun huis voor de bestuursleden en hun partners; dat was een daverend succes, voor het eerst zagen de bestuursleden de ware musicus in Amir in actie.

Het gezin Pool, 1972

Na zijn pensioen ging Amir weer volop lesgeven. Om te waarborgen dat er na het pensioen voldoende tijd voor elkaar zou zijn heeft Marja bedongen dat hij twee dagen in de week mocht lesgeven. Dat werden uiteindelijk wel dagen van 9:00 – 22:00 uur. Het vrijwilligerswerk ging ook gewoon door. Spelen en leerlingen begeleiden bij de activiteiten in de zorgcentra. Viool- en pianoleerlingen zorgen in de huizen voor een mooie middag voor de bewoners.

Stel dat Amir zo oud wordt dat ook hij gaat dementeren, welke muziek zouden we dan moeten laten horen?

“Bij dementie spelen herinneringen uit de kindertijd een grote rol. Ik ben opgevoed met muziek van Mozart, Beethoven en Brahms. Op latere leeftijd natuurlijk de liedcultuur: Schumann, Schubert en Chopin. En voor de viool uiteindelijk Bach. Bach heeft een geweldig oeuvre opgebouwd op cantate gebied. Voor elke zon- en feestdag heeft hij een cantate geschreven. Dat zijn 95 zon- en feestdagen. En dat vijf jaargangen lang. Dus 495 kerkelijke cantates en ca. 30 wereldlijke.”

In 1999 heeft John Eliot Gardiner met de English Baroque soloists en het Monteverdi choir een jaar lang alle nog beschikbare cantates op de bestemde dag uitgevoerd op de oorspronkelijke plaats. Daar zijn cd’s van opgenomen. Uiteindelijk is er een box ontstaan met 53 cd’s. Hoewel deze box behoorlijk aan de prijs was wilde Amir hem ontzettend graag hebben. Hij ging er achteraan, maar toen was hij al uitverkocht. Uiteindelijk is de box, na enige inspanning van Broekmans & Van Poppel en de bij elkaar gesprokkelde cd-bonnen, toch verworven.

“Vanaf dat moment heb ik elke zon- of feestdag een cantate gedraaid die op die dag slaat. Bach is in ons huis van bijzondere betekenis.”